De afgelopen weken hebben er in de media artikelen gestaan die gingen over het jongerenwerk of waar jongerenwerkers zich door aangesproken voelden. Waar ik het niet over ga hebben, is dat relschoppers in een dagblad constant Marokkaans of allochtoon werden genoemd. Het betreft Nederlandse jongeren met ernstige gedragsproblemen. Klaar. Waar ik het wel over wil hebben, is de reactie op de confrontatie tussen 2 groepen drillrappers en een artikel waarin stond dat jongerenwerkers niks hebben bereikt met jongeren die lopen te rellen.

Sensatiefactor bepaalt of een probleem meer of minder aandacht krijgt
Al een aantal jaar proberen wij aandacht te vragen voor het toenemende messengeweld. Sinds een jaar zijn we bezig met het project #NoKnives. Het behoorde misschien niet tot onze opdracht, maar we vonden het nodig hier wat mee te doen. Af en toe voelden we ons een roepende in de woestijn. Een paar maanden terug is er eindelijk in de media wat aandacht aan besteed, maar zoals meestal het geval is, wordt er iets gehypet waarna het weer stil wordt. Deze stilte manifesteerde zich echter niet op straat, want tieners bleven elkaar neersteken. Het bleef bij kleine kopjes in de krant. Nadat er een dode viel bij een confrontatie tussen twee groepen drillrappers, veranderde er wat. Waarschijnlijk is het de hogere sensatiefactor die het ineens wel interessant maakte voor de media. Die mediaaandacht heeft ook jongerenwerkers in het land in beweging gebracht. De focus bij de media en jongerenwerk lag helaas alleen op drillrap.

Ga niet met hagel schieten
Ineens waren er verschillende jongerenwerkorganisaties in het land die samen een vuist wilden maken. Die samenwerking is pure winst en ik hoop dat we dat vasthouden. De uitvoering vond ik een stuk minder. Ten eerste vond ik de video zwak en kregen de drillrappers met hun messen te veel positieve aandacht, wat vreemd is als je drillrap als oorzaak aanwijst. Ten tweede kreeg het project de naam #Noshank. Niet alleen dat het gewoon #NoKnives betekent, weten veel jongeren, ook van de straat, niet altijd wat shank betekent. Ten derde vond ik de nadruk te veel op drillrap liggen. Alsof duidelijk is dat die muzieksoort de oorzaak is van het messengeweld. Dat is nog helemaal niet duidelijk. Criminoloog Robbie Roks doet onderzoek en ik denk dat het beter is om af te wachten wat de resultaten daarvan zijn, voordat we drillrap, drillrappers en hun fans veroordelen. Alles wat je momenteel doet, behalve het gesprek aangaan met jeugd, is schieten met hagel. Ik ben voor een wetenschappelijke onderbouwing van een stevig actieplan.

De invloed van muziek op gedrag
Het is bewezen dat muziek, games en video’s invloed op stemmingen en gedrag van mensen hebben. Dat wil niet zeggen dat jongeren ineens massaal messen gaan kopen en leeftijdsgenoten gaan neersteken. In Londen staken tieners elkaar al neer voordat drillrap bestond. Werd in de tijd van de gangsta rap elke jongere een gangster? Nee. Miljoenen genoten van het luisteren naar en maken van de muziek. Gingen alle liefhebbers van outlaw country gemaakt door bijvoorbeeld Johnny Cash, Merle Haggard en Waylon Jennings zich ineens als outlaws gedragen? Of is het nummer Born to be Wild dan misschien toch de reden dat gewelddadige motorbendes zijn ontstaan? Of drillrap video’s en teksten uitgezonden kunnen worden, moet net als bij andere muzieksoorten en films worden beoordeeld volgens de Kijkwijzerregels en – indien de wet wordt overtreden – door het OM.

‘Het jongerenwerk heeft niks bereikt met de relschoppers’
Dit las ik een paar keer in een krant. Er waren jongerenwerkers die dit als een onterechte aanval zagen. Zo zag ik het niet. Ik weet dat deze krant niks heeft met alles wat gesubsidieerd wordt, maar voor een deel is het ook waar. Met een deel van de relschoppers hebben we niks bereikt en zullen we ook nooit iets bereiken. Ik heb rellen meegemaakt in onder andere Rotterdam Noord en Feyenoord. De leiders waren meestal jongeren die lid waren van een criminele familie of daar sterke banden mee hadden. De zware jongens die we als jongerenwerker op het goede pad hebben weten te krijgen, zijn op één hand te tellen. Over het algemeen zijn zij niet te verleiden met een goed gesprek, een baan bij McDonald’s of een leertraject. Ze verdienen meer geld dan ze ooit bij een werkgever zullen verdienen. Wat we wel vaak hebben bereikt met dit soort heftige groepen is de-escalatie van situaties die in geweld dreigden uit te monden. Maar als de geest uit de fles is, krijg je hem er moeilijk weer in.

Focus
Het aantal meelopers waar we samen met partners wel wat mee hebben bereikt en welke we los hebben geweekt van de harde kern, ligt een stuk hoger. We zijn er echter ook voor een grotere groep jongeren. Jongeren die nooit iets met criminaliteit te maken hebben gehad en zullen krijgen. Jongeren die met andere omstandigheden te maken hebben waarbij ze een steuntje in de rug kunnen gebruiken om hun plek in de samenleving te kunnen vinden. Jaarlijks leiden we veel jongeren naar werk, school of een ander traject en helpen we ze bij het ontwikkelen van skills en talenten. Dat een journalist schrijft dat het jongerenwerk niet veel met de relschoppers heeft bereikt, maakt me dus niet nerveus. We weten wat we doen en waar de focus ligt. Daarbij is het zo dat de mate waarin je succes kan boeken met de moeilijkste groep te maken heeft met het KKC gehalte in de wijk. Kwaliteit, kwantiteit en continuïteit. Dan heb ik het onder andere over wijkagenten, gemeenteambtenaren, wijkteams, sociaal makelaars en jongerenwerkers. ‘It takes a village to raise a child’.